Architectenlol
Het sneeuwde eigenlijk maar één keer. Maar precies genoeg voor mij. Ik was de allereerste die dit jaar het maagdelijk witte Paterswoldse Meer veegde. Of beter: het Hoornsemeer, ter hoogte van de molen. Lange sporen in diverse richtingen waren het resultaat. Een vreemd soort scheppingsdrang?
Met mijn gemotoriseerde borstelveger trok ik gedachteloos zwarte lijnen in de verse witte sneeuw. Zonder vooropgezet plan ontstond er een willekeurig patroon van bochtige en rechte paden. En kronkels als ik niet oplette, of als ik tijdens het vegen achterom keek. De dagen erna volgden talloze schaatsers nauwgezet mijn sporen. Alsof de NS ze had aangelegd. Niemand leek zich af te vragen waarom de lijnen van die merkwaardige kronkels hadden. Men volgde ze gewoon en was blij dat er geveegd was. Ik kreeg zelfs twee euro fooi!
Nu tien dagen later, terwijl de dooi is ingetreden en het akelig regent, liggen dezelfde sporen er nog steeds. Als natte zwarte rivieren in een grijze borstplaat. Alsof je er kunt varen. Ik schat in dat het nog wel een weekje te zien is. Is dit een afwijking van mij, geachte lezers? Zo u wilt. Ik noem het architectenlol. We vinden dit fenomeen veel in de architectuur. Het zijn ogenschijnlijk nutteloze creaties, gemaakt omdat de architect meent dat de mensen het leuk vinden.
Bijgaand plaatje is zoiets. De architect heeft aan dit oersaaie, rechtlijnige gebouw een sprankelende toevoeging gegeven waarvan de voorbijganger blij wordt. Een vrolijk wit vlak met een ogenschijnlijk willekeurige vorm. Het heeft bouwkundig geen enkel nut, maar het effect is er. Je begrijpt niets van de vorm en het lijnenspel, maar je accepteert het gewoon. De architect liet zijn sporen achter en de voorbijganger doet het ermee. Een vreemd soort scheppingsdrang?