emile koopmans
05/2021

Pikkenparade Architecten

De pikkenparade uit mijn vorige column, over wie de langste heeft, of wie de hoogste, vind je niet alleen bij architecten. Het is erg menselijk. Iedereen heeft het. Je wilt je onderscheiden en dus wil je meer. Méér dan de ander en dit fenomeen is niet typisch Nederlands. Kijk naar San Gimignano in Toscane, waar je niet meetelde als je geen toren op je huis had. En liefst hoger dan de buurman. Maar je moet er wel lef voor hebben.

Het komt overal voor. Neem nou Ameland. Er zijn daar vier dorpen, drie ervan hebben een toren. Alleen het dorp Buren niet. De inwoners van Buren gaan al heel lang diep gebukt onder de frustratie dat ze geen toren hebben. Daar wilde men rond de laatste eeuwwisseling wat aan doen en ik werd gevraagd een toren voor het dorp te ontwerpen. In de eerste bespreking vroeg ik voorzichtig welke functie de toren zou moeten krijgen. Dat maakte niet uit. Als ze maar een toren kregen. En hij moest vooral opvallen, zeiden ze. Leeft u zich flink uit, zodat de andere drie dorpen versteld staan. En liefst alle overige mensen op aarde ook.

Dus ik trok een grote broek aan en ging aan de slag. Een maand later stapte ik bij de Dorpsraad binnen voor de presentatie van mijn ontwerp. Een hoge slanke zilverkleurige doos, waarin ik de maquette had verpakt, maakte direct al indruk. In de doos stond het model van een spectaculaire uitkijktoren, die gemaakt zou worden van glimmende stalen schotsen. Vanuit iedere positie had de toren een andere vorm. ’s Avonds zou de toren worden aangelicht, met lampen met wisselende kleuren, zodat de mensen in de andere dorpen (en iedereen op zee) de toren zouden ervaren als een constant vuurwerk. De Dorpsraad was verbluft. Ze waren er stil van.

Tevreden liet ik mij weer naar de wal varen. Ik hoorde daarna een paar weken niks, zodat ik er maar eens achteraan belde. Tja, zeiden ze, meneer had zeker z’n best gedaan, maar ze wilden toch liever een gemetselde toren….. Het dorp had geen lef en het heeft, na al die jaren, nog steeds geen toren. Maar het kan nog wel, hoor (ik wil ook wel eens de hoogste). 

De wens om groter en langer levert soms mooie dingen op. Bijvoorbeeld het nieuwe Longhouse aan de Meentweg in Glimmen. U had het nog van mij tegoed. Onder 1 lang dak, dat gedragen wordt door blankhouten binten, liggen verschillende plattegronden voor een woonhuis en een schuur, met daartussen een open stallingsruimte. Architect en opdrachtgever lopen met deze oogstrelende compositie voorop mee, in de parade “wie heeft de mooiste”.