Wie heeft de langste?
Kleine jongetjes leren al vroeg dat lengte symbool staat voor mannelijke kracht. Dus is er ook onder architecten een drang om gebouwen zo lang mogelijk te ontwerpen. Lang, in één rechte lijn, zonder uitbouwsels. Ook opdrachtgevers zijn hier vaak blij mee, want het ziet er groots en indrukwekkend uit. De strakke eenvoud bevalt architecten ook, omdat je snel klaar bent met het ontwerp. Zelf vind ik lang en recht ook prachtig. Trots beweer ik dat mijn eigen carport/garage de langste is van Haren. Ik ben al eens gewezen op het gevaar dat vliegtuigen, die op zoek zijn naar de landingsbaan in Eelde, zich gemakkelijk zouden kunnen vergissen.
Lange huizen bouwen is een trend. Alsof het toegenomen budget deze pikkenparade onder architecten stimuleert. U kent zelf de voorbeelden, zoals het lange huis uit mijn column “Deel de Liefde” van november 2018, dat onlangs verrees naast Herberg de Blankenhoeve in Glimmen. Een schitterend huis waar je naar blijft kijken, óók omdat het zo opvallend is gesitueerd. Het bestaat uit twee losse identieke objecten die in elkaars verlengde staan, waardoor de compositie nog langer wordt. Het huis is helemaal van zink. Een eindje verderop wordt op dit moment een vergelijkbaar project gerealiseerd. Net voorbij Noordlaren, aan de Tolhuisweg, verrijst ook een gaaf voorbeeld van een Longhouse. Het is verwant aan het genoemde project naast de Blankenhoeve, maar de materiaalkeuze is geheel anders.
Dit huis aan de Tolhuisweg is van hout, met een pannendak. De langsgevels hebben een melodieus ritme van kolommen, met daartussen de raampartijen en de deuren. Door slechts één kleur (zwart) te gebruiken versmelt het geheel tot een oogstrelende eenheid. Het materiaal hout verwijst naar de agrarische omgeving en legitimeert het pand op deze plek. En de vorm verwijst natuurlijk naar de stallenbouw. De detaillering is gaaf en consequent en ik verzeker u, dat daar met veel energie en vasthoudendheid aan gewerkt is. Daarom kan ik mij een levendige discussie voorstellen over nut en noodzaak van het dakraam. Dit vlekje is de enige dissonant in het ontwerp. Het raam had op deze plek natuurlijk niet mogen zitten. Of, als het echt noodzakelijk is, zou het tenminste opgenomen moeten zijn in de rij zonnecollectoren. Maar uiteindelijk is men kennelijk gezwicht voor één concessie aan de gaafheid. Ach, het project kan het hebben. Een volgende keer in deze column, een nieuw voorbeeld uit de parade van “Wie heeft de langste?”, een mooi Longhouse in aanbouw aan de Meentweg in Glimmen. Gaat u alvast even kijken?